Het ziet er heel lief uit en heeft een vrolijke uitstraling: een schattig potje en cocosblokje om te zaaien. Er zit een papiertje met zaadjes in, die je allemaal in dat kleine potje laat ontkiemen. Als je bij een AH-winkel producten aanschafte met een waarde vanaf vijftien euro, kreeg je een potje met zaadjes cadeau, die je in meegeleverde milieuvriendelijk bakjes kon plaatsen.
Nu alle AH-moestuintjes uitlopen en de actie is beëindigd, moeten de thuiskwekers verder zelf aan de slag. Hoewel? De EO startte heel slim een nieuwe serie over moestuinen en thuis groenten verbouwen. Afgelopen weken bleken allerlei tuincentra de consumenten te hulp te schieten bij verpotten naar grotere aardoppervlakten. Nu de actie voorbij is, springen andere partijen dankbaar in het gat.
Ook de kinderen en ik sparen met de ‘AH Begin je eigen moestuin actie’ de nodige zaadjes bij elkaar. Er zijn twintig soorten moestuintjes verkrijgbaar en natuurlijk gaan we voor het hele assortiment. Al snel hebben we alle soorten in huis. Het thuis kweken gaat beginnen!
De instructie is algemeen en beknopt. Voor meer informatie staat er een link naar de website, maar daar vinden we niets over de ins and outs van moestuinieren.
Na twee weken zien we al de eerste plantjes opkomen. Dat gaat snel! Nu is het een kwestie van overpotten en zetten we de eerste partijen tomaat, paprika en sla buiten in de tuin. We hebben, geloof ik, alleen niet helemaal goed opgelet bij het zaaien. Want wat een tomaat moet zijn, lijkt er totaal niet op. Helaas moeten er ook een paar de kliko in: die hadden net iets teveel water gekregen. De partijen broccoli zijn helemaal nog niet opgekomen, maar de slasoorten tieren juist welig. Ook merken we dat de paprika en tomaat het nu nog wat te koud vinden buiten, maar andere planten doen het buiten wel prima.
Onze droom om dit seizoen kruiden, tomaten en paprika’s uit eigen tuin te oogsten is wel wat op losse schroeven komen te staan. De praktijk leert; kweken is vakwerk!
Na een korte evaluatie wat wel en niet goed ging, bedenken we dat we niet opnieuw met alle twintig soorten zouden starten. We kunnen ons beter richten op de soorten die het best en meest efficiënt te kweken zijn, met de kennis en capaciteit die wij beschikbaar hebben.
Doet u dat eigenlijk ook? Voert u een assortiment, waarmee met de laagst mogelijke inspanning het hoogste resultaat wordt behaald? Weet u op welke planten u het meeste geld verdient? Of hebt u alleen maar een globaal idee van welke soorten goed lopen? Zijn de planten die het meeste opbrengen, ook de planten waar het meest aan verdiend wordt?
Marge is een sleutelwoord voor ondernemingen. Vaak ziet men dat veel ondernemingen slechts een lage (netto) marge realiseren, ondanks de vele inspanningen die men verricht. Of misschien wel juist vanwege de vele inspanningen.
Met behulp van de ABC-analyse is het eenvoudig aan te tonen wat de margebijdrage per product is. De ABC-analyse is een methode om het assortiment van een onderneming onder te verdelen in drie gradaties. Van gradatie A, met producten die de meeste marge opleveren, naar gradatie C, producten die de minste marge opleveren.
Voor een bedrijf is deze informatie nuttig wanneer je producten uit het assortiment wilt halen of juist wilt toevoegen. Producten die bijvoorbeeld relatief weinig opleveren, kunnen bij bedrijven in aanmerking komen om uit het assortiment te worden genomen. Hierdoor komt ruimte in de kas en capaciteit vrij om een ander product op te nemen.
Een goede ABC-analyse start met het beantwoorden van de volgende drie vragen:
Wat zijn mijn kosten?
Hoe ga ik kosten toerekenen aan een partij?
Hoeveel heeft de partij opgebracht?
Om inzicht in de kosten te krijgen, is het noodzakelijk om alle kosten van de handeling die op een partij worden uitgevoerd, te registeren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de kosten van arbeid en materiaal.
Naast directe kosten zijn er kosten die niet direct aan een handeling kunnen worden toegekend. De zogenaamde indirecte kosten, zoals energiekosten en kosten van ruimte.
Voor het toekennen van kosten aan een product zijn grofweg drie methoden:
Kostenplaatsmethode (productiecentramethode): Deze methode wordt veel gebruikt voor omgevingen met een complexe kostenstructuur, zoals een productiebedrijf.
Opslagmethode: Hierbij wordt een opslagpercentage toegepast op bijvoorbeeld de directe kosten om zo dekking te krijgen voor de indirecte kosten.
Activity Based Costing: Hierbij worden directe en indirecte kosten toegerekend aan eindproducten op basis van activiteiten. Welke activiteiten zijn nodig om een bepaald product te vervaardigen?
Bij de kostenplaatsmethode gebruikt men drie soorten kostenplaatsen: hoofdkostenplaatsen (bijvoorbeeld de productieafdeling), hulpkostenplaatsen (bijvoorbeeld algemene kosten of huisvestingskosten), zelfstandige kostenplaatsen (bijvoorbeeld de afdeling administratie of de technische dienst)
Registreert u alle kosten van handelingen op de partij? Welke methode van kosten toerekenen gebruikt u eigenlijk? Is dat een van bovenstaande of misschien een combinatie van methodes? Goed om over na te denken, maar laat het bepalen van de kosten geen doel op zich zijn. Uiteindelijk vormt dit input om doelgericht beslissingen te kunnen nemen over het te voeren assortiment!
In een volgende blog hoop ik verder in te gaan op manieren om inzicht te krijgen in het registeren en inzichtelijk krijgen van kosten van een partij!