Heeft u boze klanten, omdat goederen wel zijn beloofd, maar niet zijn geleverd? Of nog erger, kunt u een klant, die vraagt waar zijn bestelling blijft, niet vertellen wanneer de
beloofde goederen worden bezorgd?
Dat verbaast mij, zeker wanneer ik weet dat mijn klanten met Microsoft Dynamics NAV werken. Toch, aan de andere kant verbaast me het ook weer niet, als ik soms zie dat geen enkele parameter, die op deze problematiek betrekking heeft in Microsoft Dynamics NAV is gevuld.
Ik besloot dan ook voor jullie hierover een eerste informatieve blog te schrijven.
Bij het nadenken over het tijdig leveren van verkochte producten die eerst moeten worden ingekocht, moeten wij bedenken dat het hier gaat om activiteiten die achtereenvolgens moeten worden uitgevoerd. Er is als het ware sprake van een tijdlijn. Aan de hand van een aantal concrete vragen geef ik deze activiteiten aan.
Wanneer kunnen er goederen worden besteld bij de leverancier?
Hiervoor werkt Microsoft Dynamics NAV met basisagenda’s, die eenvoudig aangemaakt kunnen
worden en per leverancier gepersonaliseerd kunnen worden.
Hoelang doet de leverancier erover om de goederen bij ons bedrijf te bezorgen?
Dit kan op verschillende manieren worden ingericht in Microsoft Dynamics NAV; de leverancier heeft een standaard levertermijn, een artikel heeft een voorkeursleverancier met een levertermijn en in een artikel-leverancierscatalogus kan de levertermijn worden aangegeven.
Wat is de tijd die magazijnmedewerkers nodig hebben om goederen op voorraad te zetten?
Deze tijd wordt inslagtijd genoemd. Wanneer de inslagtijd in alle magazijnen gelijk is, wordt dit ingevoerd bij de voorraadinstellingen. Indien er sprake is van meerdere magazijnen en verschillende inslagtijden, dan moet dit worden ingevoerd per magazijn.
Wanneer kan de leverancier de goederen bij ons bedrijf bezorgen?
In de bedrijfsgegevens kan daarvoor een agenda worden ingevoerd, die voor het hele bedrijf van toepassing is. Dit kan gelukkig per magazijn worden gepersonaliseerd.
In de leveranciersmodule zijn nog twee extra parameters aanwezig, waardoor rekening gehouden kan worden met de tijd die de inkoopafdeling nodig heeft om een order te maken. Die zijn te vinden in de ordertoezeggingsinstellingen en zijn omschreven als uitsteltijd. Op artikelniveau is nog veiligheidstijd beschikbaar. Daarmee kan de betrouwbaarheid van de leverancier tot uitdrukking komen. De hier gespecificeerde tijd wordt bij de levertermijn opgeteld.
Naast een tijdlijn aan de inkomende kant is er ook een tijdlijn aan de uitgaande kant:
Wat is de tijd die de magazijnmedewerkers nodig hebben om goederen te picken en gereed te maken voor verzending?
Deze tijd wordt uitslagtijd genoemd en kan net als de inslagtijd of eenmalig voor alle vestigingen worden opgegeven of per vestiging worden gespecificeerd.
Hoelang duurt het, voordat de transporteur de goederen bij de klant aflevert?
Hiervoor kent Microsoft Dynamics NAV expediteurs en expediteursservices. Deze services geven de transporttijd weer.
Wanneer kan de transporteur de goederen bij de klant bezorgen?
In de klantgegevens kan gewerkt worden met basiskalenders, die te personaliseren zijn per klant.
Is de tijdlijn qua parameters eenmaal ingevoerd en voor stamgegevens onderdeel van de
processen, dan gaat het systeem bij het invoeren van orders met de formules rekenen. Hierdoor krijgen de datums een betekenis:
Geplande verzenddatum = Verzenddatum + Uitslagtijd
Geplande Leverdatum = Geplande Verzendatum + Transporttijd
Als de orderverwerker een door de klant verzochte leverdatum invoert, dan stelt Microsoft Dynamics NAV deze datum gelijk aan de geplande leverdatum en gaat terug rekenen. Voert de orderverwerker een met de klant afgesproken toegezegde leverdatum in, dan wordt de verzochte leverdatum overruled en stelt Microsoft Dynamics NAV de toegezegde leverdatum gelijk aan de geplande leverdatum. Deze rekenformules worden ook uitgevoerd aan de kant van de leverancier.
Image courtesy of potowizard / FreeDigitalPhotos.net