De verschuiving van on-premise naar de cloud is volop in gang. In het landschap van nu kan niemand meer achterblijven op dit gebied. Microsoft is druk bezig met nieuwe ontwikkelingen, waardoor on-premise minder toekomstbestendig wordt. In dat kader krijgen organisaties die Navision gebruiken nu te maken met een nieuwere versie: Microsoft Dynamics 365 Business Central. Wat is dit precies en wat kunt u ermee?
Op 4 februari 2019 hadden we inspiratiedag over de reis van NAV naar Business Central. Hiervoor hebben we een korte video gemaakt.
'Ontzorging' is het sleutelwoord binnen Business Central. Wie deze versie in gebruik neemt, hoeft zelf geen machine meer te kopen en te onderhouden. Installaties op de pc's van medewerkers zullen minder vaak nodig zijn – zij werken reeds in een browser en software-updates worden nu centraler geregeld.
Maatwerk geschiedt op een andere manier dan vroeger: dit verloopt meer via applicaties (of apps). Voor branchespecifieke uitbreidingen of het toevoegen van 'stukjes' functionaliteit (zoals een betaal- of valutaberekeningsservice) bestaat er een app source.
Daarnaast biedt de kern van Business Central interessante nieuwe mogelijkheden. Het Powerplatform is een verrijking van uw totale oplossing. Door een abonnement op deze software aan te schaffen stapt u een volwaardig platform in dat u een schat aan opties biedt.
Hieronder worden de verschillende voor- en nadelen van het Cloud model ten opzichte van On-premise nog eens opgesomd. Er bestaat overigens ook nog een Hybride oplossing, waarbij de lokaal geinstalleerde Business Central gesynchroniseerd wordt naar de Cloud zodat er toch gebruik gemaakt kan worden van de Cloud oplossingen zoals het Power platform en bijvoorbeeld Machine Learning van Microsoft.
'On-premise' wil zeggen dat uw complete omgeving op uw eigen servers draait. Dit betekent dat u alles zelf moet beheren. Daarvoor heeft u kennis van zaken nodig. Is er een probleem, dan moet u dit immers zelf oplossen. Het voordeel is dat u in zulke gevallen wél onder de motorkap kunt kijken. Bij Business Central betekent dit dat u in de Object Designer kunt. Tevens kunt u direct bij uw database. Ook maakt on-premise werken het mogelijk om de Windows Client te gebruiken. U schaft eenmalig een licentie aan, waarna u enkel voor het onderhoud betaalt.
Werkt u in de cloud, dan draaien al uw applicaties in een datacenter van Microsoft. U heeft geen technische beheerkennis nodig; Microsoft is verantwoordelijk voor dit gedeelte. Daardoor kunt u zich focussen op het werken met de applicaties. Hier komen uiteraard ook bepaalde beperkingen bij kijken. Zo heeft u alleen toegang tot de cloud via de Web Client (en eventueel via Web Services). U hebt geen Object Designer, en u kunt niet rechtstreeks in de database kijken.
Het is wél mogelijk om aanpassingen aan de software te doen met behulp van extensies, oftewel uitbreidingen op de bestaande software – maar wel binnen bepaalde grenzen. U kunt bijvoorbeeld wel een nieuw veld toevoegen aan een tabel, maar u kunt een bestaand veld niet aanpassen.
Ten slotte biedt de cloud een hoge mate van flexibiliteit. U kunt bijvoorbeeld extensies uit de Microsoft AppSource eenvoudig uitproberen. Daarnaast kunt u gemakkelijk op- en afschalen, omdat u per maand en per gebruiker betaalt.
Wilt u graag weten hoe Business Central in de praktijk werkt, dan kunt u een testversie aanvragen. Maar als u vervolgens zelf moet uitvinden hoe dit veelomvattende systeem werkt, ziet u al gauw door de bomen het bos niet meer. Het gevolg: óf u komt er niet uit, óf het kost u zeer veel tijd om uw weg in Business Central te vinden.
Wat u het beste kunt doen? Begeleiding aanvragen. Handige tips en korte demo’s geven u een beeld van de mogelijkheden binnen het systeem. Ook ziet u hoe u het zelf kunt opzetten en op welke manier u er vervolgens mee kunt werken.
Recent gaven we een webinar waarbij we u meer informatie gaven over de transitie van NAV naar Business Central. Deze middag helpt u om de eerste stap naar Business Central te maken. Bekijk de webinar terug door op de onderstaande button te klikken.